A. Lokale heffingen en belastingen

0 Inleiding

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 0 Inleiding

In deze paragraaf geven wij inzicht in de tarieven en de inkomsten met betrekking tot de lokale heffingen. De lokale heffingen vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente. De inkomsten worden voor het merendeel opgebracht door inwoners en voor een kleiner deel door bedrijven. De heffing vindt plaats op basis van verordeningen, welke door de gemeenteraad zijn vastgesteld.

In de paragraaf lichten we de volgende onderdelen toe:
1.    Wat zijn lokale heffingen?
2.    Het beleid.
3.    De inkomsten uit lokale heffingen en de kostendekking.
4.    De lokale lastendruk

1 Wat zijn lokale heffingen?

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 1 Wat zijn lokale heffingen?

De lokale heffingen bestaan uit het totaal van belastingen, rechten en (bestemmings)heffingen.

Belastingen
De inkomsten uit belastingen zijn niet gelabeld en kunnen daarom voor alle gemeentelijke taken en/of voorzieningen worden ingezet. Voorbeelden zijn de onroerende zaakbelasting (OZB) en toeristenbelasting.

Rechten
Rechten worden geheven voor diensten die geleverd worden aan een individuele aanvrager. Rechten worden ook wel leges of retributies genoemd. Voorbeelden zijn het aanvragen van een rijbewijs, het aanvragen van een omgevingsvergunning en de lijkbezorging. Bij het heffen van rechten gelden beperkingen: er mag geen winst gemaakt worden op de diensten en voor een aantal diensten heeft het Rijk een maximumtarief bepaald.

(Bestemmings)heffingen
(Bestemmings)heffingen worden geheven voor specifieke taken of voorzieningen met een duidelijk algemeen belang. De inkomsten kunnen uitsluitend besteed worden aan die specifieke taak of voorziening waarvoor de heffing is opgelegd. Voorbeelden zijn de afvalstoffen- en rioolheffing. Voor deze heffingen geldt dat de gemeente niet meer in rekening mag brengen dat de kosten die zij voor de betreffende taak of voorziening maakt.

2. Het beleid

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 2. Het beleid

Gemeente
De gemeenteraad bepaalt welke gemeentelijke lokale lasten inwoners betalen alsook de hoogte van de tarieven. De tarieven voor de lokale heffingen worden in 2026 met 2,6% verhoogd, met uitzondering van door de rijksoverheid of in regionaal verband vastgestelde tarieven. De verordeningen voor het jaar 2026 worden in december 2025 aan de raad aangeboden ter vaststelling. 

Omdat BghU de waardeontwikkeling voor 2025 pas in oktober kan aanleveren, is het hieronder gepresenteerde percentage onroerende zaakbelasting gebaseerd op de waardeontwikkeling van december 2024. 

Landelijk
Er zijn (nog) geen wijzigingen gepubliceerd voor de periode 2026 t/m 2029.

2022 vastgesteld 2023 vastgesteld 2024 vastgesteld 2025 vastgesteld 2026 voorlopig
Onroerende-zaakbelasting eigenaren woning 0,1261% 0,1116% 0,1219% 0,1239% 0,1271%
Onroerende-zaakbelasting eigenaren niet-woning 0,1602% 0,1593% 0,1575% 0,2225% 0,2269%
Onroerende-zaakbelasting gebruikers niet-woning 0,1314% 0,1284% 0,1194% 0,1616% 0,1625%
Afvalstoffenheffng basisbedrag € 201,50 € 201,50 € 208,00 € 214,00 € 219,50
Rioolheffing per aansluiting € 123,00 € 123,00 € 128,00 € 132,00 € 136,00
Rioolheffing per m3 afvalwater € 1,48 € 1,48 € 1,54 € 1,59 € 1,89

3 De inkomsten uit lokale heffingen en de kostendekking

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 3 De inkomsten uit lokale heffingen en de kostendekking

Belastingen
Omdat de belastingen vrij ingezet kunnen worden zijn deze niet gebonden aan een maximale kostendekkendheid

Rechten
Bij het heffen van rechten geldt dat er geen winst gemaakt mag worden op de diensten. De verordening leges kent een tarieventabel welke is opgebouwd uit drie hoofdstukken. De kostendekking leges wordt per hoofdstuk berekend. 

(Bestemmings)heffingen
De inkomsten uit (bestemmings)heffingen kunnen uitsluitend besteed worden aan die specifieke taak of voorziening waarvoor de heffing is opgelegd. De gemeente mag bij de begroting niet meer in rekening brengen dat de kosten die zij voor de betreffende taak of voorziening maakt. Bij de realisatie kan er door mee- of tegenvallers een resultaat ontstaan bij de individuele heffingen. 

3.1 Onroerende Zaakbelasting

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 3.1 Onroerende Zaakbelasting

Voor binnen de gemeente gelegen onroerende zaken worden twee directe belastingen geheven: 

a. een belasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak, die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit,  beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting;
b. een belasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen: eigenarenbelasting.

Voor 2026 tot en met 2029 bedraagt de inflatiecorrectie  2,6% en is bij de opbrengsten rekening gehouden met een volumestijging voor de woningen en niet-woningen. 

Jaarrekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
OZB woningen 3.140.878 3.411.012 3.734.989 3.934.989 3.934.989 3.934.898
OZB niet-woningen 863.009 1.169.289 1.542.491 1.842.491 1.842.491 1.842.491
Totaal 4.003.887 4.580.301 5.277.480 5.777.480 5.777.480 5.777.389

3.2 Hondenbelasting

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 3.2 Hondenbelasting

Er wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond. 

Voor 2026 tot en met 2029 is uitgegaan van een stijging van de tarieven en inkomsten met 2,6%. 

Jaarrekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Hondenbelasting € 79.099 € 84.058 € 86.244 € 86.244 € 86.244 € 86.244

3.3 Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 3.3 Toeristenbelasting

Er wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen.

Voor 2026 tot en met 2029 is uitgegaan van een stijging van de tarieven en inkomsten met 2,6%.

Jaarrekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Toeristenbelasting € 45.854 € 55.253 € 56.690 € 56.690 € 56.690 € 56.690

3.4 Precariobelasting

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 3.4 Precariobelasting

Er wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in de verordening. 

Voor 2026 tot en met 2029 is uitgegaan van een stijging van de tarieven en inkomsten met 2,6%. 

Jaarrekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Precariobelasting € 7.559 € 15.650 € 16.057 € 16.057 € 16.057 € 16.057

3.5 Leges

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 3.5 Leges

Er worden rechten geheven voor:
a.    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
b.    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument. 

Voor 2026 tot en met 2029 is uitgegaan van een stijging van de tarieven en inkomsten met 2,6%. 

Jaarrekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Leges – algemene dienst verlening € 170.083 € 152.890 € 163.344 € 172.344 € 156.300 € 156.300
Leges – omgevings- vergunningen € 698.416 € 521.135 € 534.685 € 534.685 € 534.685 € 534.685
Leges - dienstenrichtlijn € 11.483 € 7.820 € 8.023 € 8.523 € 8.523 € 8.523
Leges totaal € 879.982 € 681.845 € 706.052 € 715.552 € 699.508 € 699.508
Dekkingspercentage Leges algemene dienstverlening en dienstenrichtlijn 37% 31% 41% 37% 29% 29%
Dekkingspercentage Leges omgevingsvergunningen 62% 81% 84,1% 84,1% 84,1% 84,1%

3.6 Lijkbezorging

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 3.6 Lijkbezorging

Er worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Voor 2026 tot en met 2029 is uitgegaan van een stijging van de tarieven en inkomsten met 2,6%. 

In  het verleden  zijn de afkoopsommen van  het onderhoud van de graven in de algemene reserve gestort. Deze opbrengsten hadden moeten voorzien in de dekking van de huidige kosten.

Jaarrekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Lijkbezorgingsrechten € 138.962 € 96.306 € 108.810 € 108.810 € 108.810 € 108.810
Dekkingspercentage taakveld begraven* 102% 77,5% 81,0% 81,0% 81,0% 81,0%
*Als de afkoopsommen ter dekking van de kosten ingezet hadden kunnen worden was het dekkingspercentage behoorlijk hoger geweest.

3.7 Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 3.7 Afvalstoffenheffing

Er wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer. 

De kosten voor de inwoners vallen in twee delen uiteen: een basisbedrag per perceel per jaar en een bedrag voor één of meerdere containers of gedeelde voorziening bedoeld voor de afvoer van restafval. 

Voor 2026 tot en met 2029 is uitgegaan van een stijging van de tarieven en inkomsten met 2,6%. 

De afvalstoffenheffing is niet kostendekkend.  Vanaf 2026 wordt rekening gehouden met het wegvallen van een bijdrage van de gemeente Krimpenerwaard  voor het gebruikmaken van het afvalbrengstation in Lopik. Voor de tarieven van de afvalstoffenheffing heeft dit in 2026 nog geen financiële consequenties.  De begrote tekorten hebben een effect op de totale exploitatie. 

Taakveld afval Jaarrekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Kosten afval verwijdering en -verwerking € 1.772.916 € 1.876.411 € 1.727.215 € 1.765.656 € 1.781.932 € 1.798.146
Toevoeging voorziening afval € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
Totaal kosten € 1.772.916 € 1.876.411 € 1.727.215 € 1.765.656 € 1.781.932 € 1.798.146
Inkomsten afval verwijdering en -verwerking € 778.579 € 547.338 € 397.338 € 397.338 € 397.338 € 397.338
Overige inkomsten € 41.095 € 34.796 € 22.876 € 22.876 € 22.876 € 22.876
Onttrekking voorziening afval € 54.751 € 2.610 € 0 € 0
Totaal inkomsten € 874.425 € 584.744 € 420.214 € 420.214 € 420.214 € 420.214
Netto kosten taakveld afval € 898.491 € 1.291.667 € 1.307.001 € 1.345.442 € 1.361.718 € 1.377.932
Toe te rekenen kosten € 125.030 € 119.505 € 120.812 € 120.783 € 120.981 € 120.981
Toe te rekenen overhead inclusief (omslag) rente € 416.062 € 446.506 € 368.631 € 368.631 € 368.631 € 368.631
Toe te rekenen btw € 210.534 € 196.083 € 193.991 € 198.013 € 202.502 € 206.805
Totale kosten taakveld afval € 1.650.117 € 2.053.761 € 1.990.435 € 2.032.869 € 2.053.832 € 2.074.349
Inkomsten uit afvalstoffen heffing € 1.650.118 € 1.714.161 € 1.765.614 € 1.765.614 € 1.765.614 € 1.765.614
Dekkings-percentage taakveld afval 100% 83% 89% 87% 86% 85%

3.8 Rioolheffing

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 3.8 Rioolheffing

Er wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die worden gemaakt voor:
a.    inzameling en transport van huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater alsmede zuivering huishoudelijk afvalwater;
b.    inzameling afvloeiend en verwerking ingezameld hemelwater alsmede maatregelen om structureel nadelige gevolgen grondwaterstand te voorkomen of beperken. 

De kosten voor inwoners vallen in twee delen uiteen: een bedrag per perceel per jaar en een bedrag per volle eenheid van één kubieke meter afvalwater. 

Voor 2026 tot en met 2029 is uitgegaan van een stijging van de tarieven en inkomsten met  3% conform de financiële actualisatie van het vGRP 2022-2026. 

Taakveld riolering Jaarrekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Kosten riolering € 1.410.773 € 1.742.208 € 1.508.314 € 1.539.326 € 1.983.787 € 1.603.646
Toevoeging voorziening riolering € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
Totaal kosten € 1.410.773 € 1.742.208 € 1.508.314 € 1.539.326 € 1.983.787 € 1.603.646
Inkomsten riolering € 56.846 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
Onttrekking voorziening riolering € 56.846 € 392.090 € 13.488 € 44.500 € 488.960 € 108.819
Totaal inkomsten € 113.692 € 392.090 € 13.488 € 44.500 € 488.960 € 108.819
Netto kosten taakveld riolering € 1.297.081 € 1.350.118 € 1.494.826 € 1.494.826 € 1.494.827 € 1.494.827
Toe te rekenen kosten € 95.570 € 90.045 € 91.852 € 91.852 € 91.852 € 91.852
Toe te rekenen overhead inclusief (omslag) rente € 328.590 € 343.184 € 315.452 € 315.452 € 315.452 € 315.452
Toe te rekenen btw € 194.769 € 252.700 € 194.998 € 194.998 € 194.998 € 194.998
Totale kosten taakveld riolering € 1.916.010 € 2.036.047 € 2.097.128 € 2.097.128 € 2.097.129 € 2.097.129
Rioolheffing woningen € 472.886 € 352.526 € 363.102 € 363.102 € 363.102 € 363.102
Rioolheffing niet-woningen € 1.499.969 € 1.683.521 € 1.734.027 € 1.734.027 € 1.734.027 € 1.734.027
Inkomsten uit rioolheffing € 1.972.855 € 2.036.047 € 2.097.129 € 2.097.129 € 2.097.129 € 2.097.129
Dekkings percentage taakveld riolering 100% 100% 100% 100% 100% 100%

4 Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 4 Lokale lastendruk

Woonlasten
In onderstaand overzicht worden de tarieven van de afgelopen jaren weergegeven. Hiermee wordt een beeld gegeven van het verloop van de woonlasten in Lopik voor een meerpersoonshuishouden met een woning in eigendom.

De lastendruk is gebaseerd op gemiddelden. De waardeontwikkeling van woningen voor de berekening van de OZB is nog niet bekend. In de bovenstaande presentatie is gerekend met een stijging van het bedrag OZB voor de eigenaar met 2,6% .  Zowel de afvalstoffenheffing als de rioolrechten hebben een gebruikscomponent. Inwoners kunnen hun lastendruk beïnvloeden door een kleinere restafvalcontainer aan te vragen (afvalstoffenheffing) en door minder water te verbruiken (rioolheffing).

Jaar Gemiddelde WOZ-waarde woning Tarief OZB eigenaar Bedrag OZB eigenaar Afvalstoffen heffing Riool heffing Totale last Stijging t.o.v. voorgaand jaar
2018 € 262.101 0,15% € 388,45 € 190,00 € 256,00 € 834,45 5,78%
2019 € 290.714 0,13% € 389,56 € 210,00 € 277,00 € 876,56 5,05%
2020 € 311.000 0,14% € 423,89 € 260,00 € 299,50 € 983,39 12,19%
2021 € 348.000 0,14% € 473,98 € 310,00 € 322,50 € 1.106,48 12,52%
2022 € 379.000 0,13% € 477,92 € 321,50 € 345,00 € 1.144,42 3,43%
2023 € 453.000 0,11% € 505,55 € 321.50 € 345.00 € 1.172,05 2,41%
2024 € 426.400 0,12% € 599,40 € 330,00 € 359,00 € 1.288,40 9,93%
2025 € 481.000 0,12% € 595,96 € 338,00 € 370,50 € 1.304,46 1,25%

4.1 Vergelijking de lokale lastendruk

Terug naar navigatie - A. Lokale heffingen en belastingen - 4.1 Vergelijking de lokale lastendruk

Vergelijking lokale lastendruk
Jaarlijks publiceert het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) de Atlas van de lokale lasten. Op basis van de gegevens van deze Atlas is voor het jaar 2025 een vergelijking gemaakt van de lokale lastendruk in Lopik in vergelijking met het gemiddelde bedrag aan woonlasten van 
•    gemeenten in de provincie Utrecht met 10.000 tot 15.000 inwoners op 1 januari 2025;
•    gemeenten die deelnemen in BghU;
•    alle gemeenten in de provincie Utrecht. 

Woonlasten
In onderstaand overzicht worden de tarieven van de afgelopen jaren weergegeven. Hiermee wordt een beeld gegeven van het verloop van de woonlasten in Lopik voor een meerpersoonshuishouden met een woning in eigendom.

De lastendruk is gebaseerd op gemiddelden. De waardeontwikkeling van woningen voor de berekening van de OZB is nog niet bekend. In de bovenstaande presentatie is gerekend met een stijging van het bedrag OZB voor de eigenaar met 2,6% .  Zowel de afvalstoffenheffing als de rioolrechten hebben een gebruikscomponent. Inwoners kunnen hun lastendruk beïnvloeden door een kleinere restafvalcontainer aan te vragen (afvalstoffenheffing) en door minder water te verbruiken (rioolheffing).